Nieuws

Vooral aannemers in grensregio’s kennen het probleem wel. Iemand contacteert u om aan zijn gebouw net over de grens werken uit te voeren en dan …. de BTW- wetgeving.

Om de economie een 'boost' te geven tijdens de corona periode werd beslist om op de investeringen die sedert 12 maart 2020 worden gedaan een verhoogde éénmalige investeringsaftrek toe te kennen van 25%.

Af en toe leest u er weleens een verdwaald bericht over in de krant. Een ondernemer doet beroep op een aannemer, deze laatste gaat failliet en de ondernemer mag opdraaien voor een deel van zijn schulden.

Dit alles heeft te maken met de wetgeving rond de inhoudingsplicht.

Ter ondersteuning van de ondernemingen hebben zowel de Vlaamse en Federale regering diverse steunmaatregelen uitgewerkt. Maar hoe worden deze belast?

Naar aanleiding van de hervorming van de vennootschapsbelasting werd ook de autofiscaliteit aan een aantal grondige wijzigingen onderworpen. Deze wijzigingen vinden ook hun doorslag in de personenbelasting.

Naar aanleiding van de hervorming van de vennootschapsbelasting werd er, als compenserende maatregel, voor gekozen de afschrijvingsregels op investeringen grondig te wijzigen.

De nieuwe Vlaamse regering verhoogt de prijs van een dienstencheque niet , maar vermindert wel de belastingaftrek.

Met de wijzigingen in de vennootschapsbelasting zullen geldboetes, van welke aard ook, niet langer fiscaal aftrekbaar zijn.

Om de discriminatie met bedrijfsleiders, die met een vennootschap werken, weg te werken werd onlangs voorzien in een tweede pensioenpijler voor zelfstandigen.

De éénmalige investeringsaftrek werd voor de jaren 2018 en 2019 opgetrokken van 8% naar 20%. Na wat duw en trekwerk werd uiteindelijk beslist om deze verhoging te koppelen aan de kalenderjaren 2018 en 2019.